Alle Media


Treffers 851 t/m 900 van 2,575     » Zie Galerij

    «Vorige «1 ... 14 15 16 17 18 19 20 21 22 ... 52» Volgende»

 #   Klikplaatje   Beschrijving   Verbonden met 
851
Herverkiezing Raadsleden. Jubileum GC de Hondt, landbouwnieuws (1879)
Herverkiezing Raadsleden. Jubileum GC de Hondt, landbouwnieuws (1879)
30 Juli . Bij het openen der stembriefjes ter gelegenheid van de herstemming van twee leden van den rlaad alhier , is gebleken , dat de beide aftredende leden , de heeren Teunis Blaak en Leendert van der Meer Szn ., beiden met een meerderheid van stemmen zijn herkozen , respectievelijk met 33 en 28 van de 51 uitgebrachte stemmen . De meerderheid der kiezers heeft dus hun mandaat weder vernieuwd en daardoor ten volle recht doen wedervaren aan twee zeer verdienstelijke raadsleden , waarvoor hen den dank van alle weldenkcnden in ruime mate toekomt .
Veel goeds kwam reeds met hunne medewerking tot stand , waaronder een eerste plaats bekleed , de stichting van onze bewaarschool enz ., waarvan dagelijks de goede resultaten voor een ieder , ( die tenminste niet ziende blind wil zijn ) zijn waar te nemen ; terwijl men zich vleien mag dat onze gemeenteraad zal voortgaan met nog meerder goeds en nuttigs te stichten , waarvoor hen de welverdiende hulde van tijdgenoot en nageslacht zal ten deel vallen .
*— Het hooi komt nu heerlijk binnen en geeft stof tot groote dankbaarheid , vooral als men het oog naar elders wendt . Kwaliteit en kwantiteit laten niets te wenschen over .
Wat de aardappelen aangaat , ziet het er minder rooskleurig uit . De ziekte of het kwaad , zooals de geijkte term is , heeft zich , vooral in de laatste dagen , schrikbarend uitgebreid ; eerst de menigvuldige regen en nu de warme temperatuur , werken uiterst nadeelig op dat product , zoodat het niet kan uitblijven , of wij zullen weder dure aardappelen eten .
De dag van heden zal voor
*— 1 Augustus , den heer G . C . de Hondt en de zijnen een onvergetelijke dag blijven . ZEd . mocht het tijdstip her - denken , waarop hij vodr 25 jaren alhier de betrekking van hoofdonderwijzer aanvaardde .
De waardige en zeer verdienstelijke jubilaris ontving de welgemeende felicitation van tal van vrienden , den gemeenteraad , de ambtsbroeders , oud - en tegenwoordige discipelen , terwijl ieder van hen deszelfs hartelijke gelukwensch met een prachtig cadeau deed vergezeld gaan .
Het schoolgebouw was prachtig versierd ; de leerlingen werden onthaald , en talrijk was de opkomst van vrienden en bekenden , welke den heer de Hondt uit de volheid des harten hunne geluk - wenschen kwamen aanbieden , met dit zijn zilveren feest , en de hoop snitten , dat zij den hooggeachten jubilaris nog lang , ja zeer lang , in zijn nuttigen werkkring mogen werkzaam zien .
Een woord van dank ten slotte aan de feestcommissie , aan wiens ijverige bemoeiingen men het verschuldigd is , dat dit schoone feest volkomen geslaagd mag heeten .
 
852
Hervormde kerk kiest nieuwe leiding (1890)
Hervormde kerk kiest nieuwe leiding (1890)
19 December .
Bij de kerkelijke verkiezingen zijn de liberale aftredenden met algemeene stemmen herkozen . De heeren Pieter Lammerse Sr als ouderling , Maarten Vermaat als diaken on Wouter van de Erve als kerkmeester.
— Bij de doleerenden alhier is tot predikant beroepen de heer Sluijter te Loosduinen .
 
853
Herziening eigendom na overlijden Hendrik Dijkers (1934)
Herziening eigendom na overlijden Hendrik Dijkers (1934)
Scheiding van de boedel in gemeenschap bezeten geweest door Alida Wilhelmina Hofman te Zuidland en haar op 30/07//1933 te Zuidland overleden echtgenoot Hendrik Dijkers.
Hendrik Dijkers is eerst gehuwd geweest met wijlen Teuna Hadewina van Essen, uit welk huwelijk 2 kinderen zijn geboren: Herbert-Jan Dijkers, tuinder te Zuidland en Clara Sara Dijkers, echtgenote van Willem van Bodegom, belastingambtenaar te Rotterdam. Het huwelijk met Alida Wilhelmina Hofman bleef kinderloos.
Boedelsaldo bedraagt: F 4697,-.
Onroerend goed:
- 5 huizen aan de Molendijk te Zuidland, kad. B1453, B1598, B1599, B1600, B1601 en B1602.
- 3 huizen aldaar, kad. B1563, B1564 en B1565.
- een perceel tuinland te Zuidland, kad. B 56.
Toegedeeld aan Herbert Jan Dijkers en Willem van Bodegom. Ieder voor de onverdeelde helft. Alida Wilhelmina Hofman krijgt het levenslange vruchtgebruik.
 
854
Hester van Es
Hester van Es
 
855
Het feest van 27 juli 1877 en vooral de muziekbesteding doet veel stof opwaaien
Het feest van 27 juli 1877 en vooral de muziekbesteding doet veel stof opwaaien
19 Juli 1877 . Mijnheer de lledacteur !
Met verwondering las ik Dinsdag avond in het Supplement van het > Weekblad van Voorne en Putten enz ." het ingezonden stukje van : » een landman ."
Op dat stukje Valt nog al wat aan te merken . Vooreerst heeft de steller er van weinig acht gegeven op de punctuatie , on bovendien kan men er nog taalfouten in vinden . Ten tweedo begrijp ik niet , hoe dat » een landman " do courage heeft om iemand verachtelijk on een schrikbarenden leugenaar te noemen , omdat hij de muziek duur vindt . Weet » een landman " wel , dat niet ieders gevoelens dezelfde zijn ; wat de een duur vindt , zal de ander goedkoop noornon . De inzender van dat stukje heeft dus volstrekt niet het recht , om zulke lage uitdruk - kingen in een courant te bezigen . Mijns inziens moest do Redactie van hot Weekblad dergelijke stukken aa.;i een strenger onderzoek onderwerpen . Wauneer Mijnheer de y > Land ) nan '' nu in een volgend nomnier der Courant zijn gezegde niet met flinke degelijke bewijzen staaft , noem ik hem » een laffen kerel ." 1
U dank zeggende . Mijnheer de Redacteur , voor de mij toegestane ruimte , noem ik mij na groete , EEN VIJAND VAN DE LEUGEN ."
 
856
Het gezin Pieter Arkenbout en Lijntje van der Burgh met hun elf kinderen.
Het gezin Pieter Arkenbout en Lijntje van der Burgh met hun elf kinderen.
 
857
Het gezin van smid Arie Kans is zwaar getroffen door de typhus. Zoon Jan Kans overlijdt op 25 maart 1882.
Het gezin van smid Arie Kans is zwaar getroffen door de typhus. Zoon Jan Kans overlijdt op 25 maart 1882.
30 Maart . Volgens de ter gebruikelijke plaatse aangeplakte kiezerslijsten , bedraagt het aantal kiezers voor de verkiezing van leden van den gemeenteraad alhier 97, en voor de verkiezing van leden van de 2e Kamer der Staten Generaal , en der Provinciale Staten 57 kiezers .
— De typhus-abdominalis , heerscht sedert eenige dagen op eene ernstige wijze in het huisgezin van den smid A . K ., alhier ; den oudsten zoon , een veelbelovend jongeling , zagen de bedroefde ouders reeds ten grave brengen , het hoofd des gezins en acht zijner kinderen , zijn door deze ziekte aangetast ; tot nu toe schijnt deze gevaarlijke ziekte zich gelukkig niet uit te breiden .
 
858
Het leven van Jacob Warning
Het leven van Jacob Warning
Het gezin van Willem Warning, waartoe Jaap behoorde, woonde voor de oorlog en de eerste jaren van die oorlog op "Huis en Hof", nu een straat die een deel vormt van de Julianastraat. Het gezin woonde in hel eerste huis voorbij "de middelpad", nu Irenestraat. "Huis en Hof" was toen nog een grindweg. Er langs liep een sloot die de grens van de tussen "Huis en Hof" en heiland van weduwe Balia Velthuizen - Weeda. Aan de kant van de weg (aan de zijde van de huizen) stond een rij houten lantaarnpalen. Achteraan, bij wat nu de Christinastraal (vroeger "Om de Draai" genoemd) liep "Huis en HoF dood. Je kon alleen de Christinastraat in, maar niet rechtdoor naar de Stationsweg.
Bij elk van de huizen lag een flinke tuin. Willem Warning, die boer was, had op zijn tuin een paar loodsen gebouwd. Voor de eerste loods lag, tegen de weg aan, de kippenren met in het midden een persboom. Vanaf de weg liep naar achteren een grindpad (later werd dit een betonpad) , langs het huis naar de achterliggende schuren. En wat je toen nergens zag, was te zien bij Willem Warning.
Een grote, lege zeemijn, met de uitstekende tentakels er nog aan, in gebruik als waterreservoir. Regenwater, dat van de daken afliep, werd opgevangen in regenbakken en watertonnen, in dit geval zelfs in een zeemijn. Regenwater was een kostbaar goed, want waterleiding was er nog niet in Zuidland. Achter de laatste loods lag, langs "de middelpad", de bietenbladput. Daarin werd in het najaar het biatenblad met de koppen er nog aan ingekuild. Voor die tijd een veel gebruikt soort voedsel voor de koeien. Op één van de loodsen was met veri de politieke leus aangebracht: "Stemt Colijn". Die leus prijkte jarenlang op de schuur van Warning en heeft de oorlog overleefd.
Willem Warning had ook nog een loonsproeibedrijfje. Jn die jaren ging het voornamelijk nog over de bestrijding van "Phitophtera" (het zogenaamde "kwaad" in de aardappelen) en de gevreesde Coloradokever". Met "loodarsenaal" en "kopervitriool" werden de vijanden van -zeker toen- volksvoedsel nummer één, te lijf gegaan. Eerst met de rugsproeier, later mat een sproeikar, die door een paard werd getrokken. De genoemde bestrijdingsmiddelen lagen zomaar in een loods opgeslagen, toen nog zonder bijzondere veiligheidsmaatregelen.
De uitgebreide milieuwetgeving die we nu kennen, bestond in de verste verte nog niet. Hoewel ~het hootdkwartierU op "Huis en Ho!" gevestigd was, waren er niet de stallen voor de koeien en de paarden te vinden. Die moest je zoeken in de schuur achter de woning, waar Samuel de Hoog, schrijver van het boek "Zuidland, dorp uit het niet" woonde, samen met zijn twee ongetrouwde dochters Ans en Pie. Jn de woning is later de boekhandel van Dick van Sevanter gevestigd en in de achterliggende schuur de showroom van garage Van Trigt. De Hoog verhuurde de schuren aan de Warningen. Daar was de eigenlijke boerderij. Je vond er de koeien- en de paardenstallen, de kalfjes en de hokkelingen, de hooi- en strotillen (met tarwe-, haver- en erwtenstra) en de bietentas. In de winter werden hier de koeien verzorgd en gemolken, de paarden vonden er een goede en warme stat. Zij moesten ook in de winter dikwijls in het gareel komen om allerlei soorten trekwerk uit te voeren, uiteraard in de eerste plaats voor het eigen bedrijf, want de Warningen waren ook akkerbouwers. Ik herinner mij enkele veldnamen van diverse stukken land die zij in eigendom hadden of pachtten. Aan de Drogendijk lagen bijvoorbeeld "de Geer", een schuin verlopend stuk grond, en aan dezelfde dijk lag ook nog een perceel dat "achter Gerrit Minekus" werd genoemd, naar de bewoner van het huisje, dat grensde aan dit stuk land. Verder waren er "de Omlàöp", een perceel jn de nabijheid van de boerderij van Van Bergeijk en een stuk land een eind voorbij de boerderij "Het witte Paard", nu bewoond door Jan Stoof, dat altijd "achter Gerrit Stoor genoemd werd. Ook in de polder Nieuwe Kade lag een stuk land, gemakshalve aangeduid met "in de Ka". Tenslotte nog "het Bos", een perceel hoek Kerkweg I voormalige Lageweg.
Merkte ik het al op, dat de paarden in de eerste plaats trekwerk voor het eigen bedrijf verrichtten, daarnaast werden zij ook wel gebruikt voor werk voor anderen. Zo had je de broer van Willem Warning, Cor Warning, die timmerman was. Hij zaagde ook zelf boomstammen met een speciale zaaginstallatie in de loods aan de Molendijk. De zonen van zijn broer Willem zorgden voor het transport van de bomen, bijvoorbeeld in de eerste jaren van de oorlog, -'t kan ook nog wel in 1939 zijn
geweest- werden de dubbele rij prachtige iepen aan de Haasdijk en de Gemeenlandsedijk gerooid.
Met de "mallejan", een even eenvoudig als vernuftig voertuig met hijsinstallatie, geschikt voor paardentractie, werden de bomen vervoerd naar de Molendijk. Daar werden zij in de dijksloot gedumpt.
Ze moesten dan zes jaren "wateren", met het doel om prima hout te krijgen, "niet het waoibäömenhout
van tegeworug", zoals dit op z'n 'Slans wel gezegd werd. Al met al was er veel werk te verrichten. Bovendien ging het werk op het land met de paarden niet zo snel als tegenwoordig met de moderne landbouwmachines. Er was ook nog zeer veel werk dat handmatig moest worden gedaan.
Willem Warning werd al vroeg weduwnaar en ging al betrekkelijk vroeg sukkelen met een verlamd
been. Hij liep jarenlang met een stok en kwam uiteindelijk in een invalidenwagentje terecht. Zijn dochter Jans deed in de oorlogsjaren de huishouding. Een andere dochter, Toos, vertrok al vroeg
naar Rotterdam. Wim werd schoenmaker en het boerenwerk moest worden verricht door Cor, Jaap
en Izaäk (les). Zij hadden daarbij de hulp van een ongetrouwde oom, Jan Warning, die samen met z'n
zus Jans in een huisje aan de Molendijk woonde.
Zij waren populair bij de jeugd, de Warningen. Altijd waren er jongens te vinden, die in de schuren waren of meereden naar hel land of meegingen mei de "mallejan". Er werd voor de verschillende jongens, die gewoon nog op de lagere school zaten, al een basis gelegd om het boerenwerk Ie leren. Omgaan met paarden, koeien verzorgen, zelfs melken ... hetgeen toen nog met de hand gebeurde.
Schooljongens zalen al onder de koe, op hel melkblok, na eerst de spantouwen of spankettingen om
de achterpoten van de koe gelegd te hebben, om te voorkomen dat je tegen de "wêêg" geslagen werd, te melken of hun leven er vanaf hing. Eersl maar een heel mager straaltje, later met een veel steviger straal, zodat je een schuimlaag op de melk kreeg.
De gebroeders Warning deelden wel in gelijke mate in populariteit, maar Jaap was nel een beetje anders dan de andere broers. Jaap was losser, nog wal vrolijker, wat "frjvolerM zou je bijna zeggen. Ook als kind merkte je die verschillen al een beetje op.
De jongens van Warning waren evenals zovelen in die tijd niel in de gelegenheid om door te leren. Zij
moesten zo van de schoolbanken gaan werken op de boerderij en voor anderen. Jaap dus ook. Er
moesten nogal eens vrachten veevoeders of machines van "Huis en Hof" naar de Welleweg (de
achtergevel van de schuur met de inrijdeuren kwam uit op de Welleweg, nu Nijverheidstraat). Veelal gebeurde dat met paard en wagen, maar vrachtjes van kleine omvang werden ook wel mat
de transportfiets vervoerd. Het waren pfezierritjes om als jongen voor op de grote bagagedrager te
mogen zitten en je comfortabel te laten vervoeren door Jaap of les. Kennelijk beleefden zij er zelf ook
plezier aan, wanl zij hadden aan de lopende band menselijke vrachtjes.
Jaap was af en toe een waaghals. Dat hoorde ook wel een beetje bij zijn leeftijd. Als in het voorjaar de
koeien naar de wei gingen, moesten de stallen, de inrij en de lege bietenlas worden schoongemaakt
Bij zulke gelegenheden zag je Jaap wel eens als een koorddanser over de hanebalken lopen, hoog
in de schuur. Hij dacht aan geen gevaar. Jaap kon ook uitstekend schaatsen. Zover ik weet is de ijsbaan enkele jaren voor de oorlog geopend. Dal betekende niet dat iedereen nu maar gelijk op de
ijsbaan ging schaatsen. Er werd nog veel gereden op de wateringen, vooral ook op de Nieuwe Watering. Daar werden ook nog wel hardrijwedstrijden gehouden. Daar deed Jaap ook graag aan mee.
Samen met Wout van den Burgh en diens broer Abel behoorde hij tot de plaatselijke cracks. Er
werd door het aanwezige publiek met plezier naar deze stoere rijders gekeken. Werken en sporten waren bezigheden waar Jaap kennelijk nog niet genoeg aan had. Want,- ik meen, dat het in 1940 was- Jaap waagde zich op het gladde ijs van de muziekwereld. Hij wilde accordeon leren spelen. Dat gebeurde. Een tijdlang kwam de muziekleraar, Joop de Vries uit Hellevoetsluis op de fiets naar Jaap om hem les te geven (met een clip aan zijn broekspijp om te voorkomen, dat zijn broek tussen de ketting kwam). En op stille zomeravonden kon je Jaap dan de toonladders horen spelen, zittend voor het bovenraam van zijn ouderlijk huis. De klanken dreven door de stille avond over heel "Huis en Hof'. Het eerste liedje dat hij leerde spelen was ~It Roodborstje zit voor het raam, tikke""tik. Laat mij erin, laat mij erin" en ik meen dat hij wat later -Donauwellen" aardig in de vingers had.
AI werkend en zich ontspannend voelden de Warningen toch ook steeds zwaarder de druk van de
oorlog en wel in het bijzonder in het voorjaar van 1944 toen ook zij te horen kregen, dat zij "Huis en
Hof" moesten verlaten vanwege de inundatie door de Duitsers. Dat was een bevel, dat je niet kon saboteren, want het water kwam onherroepelijk, langzaam maar zeker. De locatie "Huis en Hof" moest
worden verlaten, maar de familie Warning kreeg een huis toegewezen op het Hoofd. Cor was al lang
en breed getrouwd en woonde aan de 8reedstraat Het boerenbedrijf kon worden voortgezet
Ook ons gezin moest evacueren. Dus verloor ik de familie Waming, waar ik als jongen zo graag in de
stallen kwam, uit het oog en kon ik ook niet meer meemaken wat de Warningen iedere dag deden.
Voor de rest van het verhaal put ik de gegevens uit het boek "Zuidland, dorp uit het niet" van S. de
Hoog, die zelf ook moest evacueren, maar na de oorlog de feiten over de verdrinkingsdood van Jaap
wist te achterhalen. Volgens De Hoog was Jaap al verschillende keren gedwongen geweest om met
paard en wagen voor de Wehrmacht te rijden. Op 18 december 1944, een week voor Kerstmis, was
het weer zover. Eerst werd hem gevraagd om voor 12 uur naar Brielle te rijden. Daarin had Jaap toe gestemd als hij het verdere van de dag dan maar niet meer hoefde te rijden. Dat werd hem beloofd.
Omstreeks 12 uur was Jaap weer terug uit BrieUe. Toen kreeg hij te horen, dat hij 's avonds -
ondanks de gedane belofte- toch weer moest aantreden, want hij moest invallen voor een ander wiens paard ziek geworden was.
Eerst weigerde Jaap. Maar hij werd met het pistool op de borst onder druk gezet en om moeilijkheden voor zijn vader te voorkomen, stemde hij toe. 's Avonds om 5 uur vertrok hij samen met Jan Wolters, die hij voor de gezelligheid had meegenomen. Jan was een jongen van een jaar of veertien. Bij het Nieuw-Beijerlandse veer moesten zij overvaren met de pont. Het Spui is daar smaller dan andere gedeelten van de rivier en de stroomsnelheid werd dan ook door de "boltleneck"-werking belangrijk verhoogd. De pont zelf was ook heel anders dan tegenwoordig. Veel kleiner. Veel lager. Zonder motor. Op handkracht moest hij langs een kabel worden overgetrokken.

Op de pont bevond zich die avond een groepje Armeniërs. Dit groepje maak1e onderdeel uit van
het Armeens Legioen, dat in Duitse krijgsdienst was. De Armeniërs hadden te diep ;n het glaasje
gekeken en waren erg rumoerig en luidruchtig. Niet wetend hoe hij zijn manschappen nog met woorden een beetje in toom kon houden, gaf de commandant een schot in de lucht. Het tegendeel van wat hij probeerde Ie bereiken gebeurde. Zijn manschappen begonnen ook te schieten, wat tot gevolg had, dat de paarden angstig werden, gingen steigeren en allemaal naar één zijde van de pont
drongen met de zwaar beladen wagens met kisten vol munitie. Ook de opvarenden liepen naar dezelfde kant. Dat hadden ze beter niet kunnen doen, want nu ging de pont nog schever liggen. 't Werd zo erg, dat hij water schepte en tenslotte omsloeg. Hij was al bijna aan de overkant. Veel opvarenden sprongen eraf en zwommen naar de wal, die al dichtbij was. Jan Wolters kreeg van Jaap Warning de raad om van de pont af te springen. Dat deed hij. Zo kwam hij al zwemmend aan de kant. Jaap wilde eerst nog de paarden los maken voordat hij sprong. Dat lukte, maar bij de sprong is hij waarschijnlijk in de kabels en de touwen van de pont verward geraakt en moest hij op die manier de
verdrinkingsdood vinden.
Jaap wordt door Samuel de Hoog een kinder- en dierenvriend genoemd. Dat was hij inderdaad, getuige ook het feit, dal hij probeerde toch nog de paarden te redden. Helaas gingen de paarden ook
ten onder in de golven. Ook enkele Armeniërs lieten het leven.
Dit verschrikkelijke ongeluk bracht bij de familie en verder bij alle nog achtergebleven Zuidlanders een
enorme verslagenheid te weeg, want Jaap was een graag gezien persoon in de Zuidlandse gemeenschap, hoe klein die ook door de evacuatie was geworden.
De tijd ging verder. De oorlog kwam aan zijn eind. Natuurlijk werd Jaap in de familiekring niet vergeten. Merkwaardigerwijze werd in de naoorlogse jaren in het "officiale circuit", zeg maar gemeente en kerken en verdere officiële instanties, de naam van Jaap Warning niet of nauwelijks genoemd.
Toldat Samuel de Hoog in zijn boek over Jaap schreef en zo de naam Jaap Warning aan de vergelelheid ontrukte.
Zoals zoveel gezinnen na de oorlog maar een gedeeltelijke schadevergoeding kregen voor de geleden materiële schade, kwam ook de familie Warning om het op z'n zachtst uit te drukken er maar
matig van af. Wel kregen zij een paard ter vervanging van de verlorengegane paarden. Dit paard
kwam uit Canada en werd "de Canadees" genoemd en het was wat je noemt een wilde knol. Cor
Warning, die voor de oorlog en in de mobilisatietijd bij de cavalerie, of ook wel "het paardenvolk" diende en goed meI paarden overweg kon, had de grootste moeite die wildebras te bedwingen en er
een handzaam paard van te maken.
Uiteraard kon een dergelijk geschenk het verlies van een zoon en broer niet goed maken. Dat verlies was er en dat bleef er
 
859
Het weer zorgt voor zorgen over de gewassen (1887)
Het weer zorgt voor zorgen over de gewassen (1887)
21 Juni . Nog kort geleden mochten wij ons verheugen in den gunstigen toestand , waarin de veldvruchten verkeerden ; door den aanhoudenden schralen hoogen wind , zonder regen , heeft daarin sedert den laatsten tijd een ongunstige verandering plaatsgehad ; uitgezonderd de tarwe welks zeer goed staat , heeft vooral ook bet vlas de nadèelige gevolgen van dit weder ondervonden, vóór dat bet vlas zijn vereischte lengte heeft , begint het reeds te bloeien en dan is het met groeien gedaan , daar het ook erg dun staat .
Als de aardappelen ook niet spoedig een malschen regen krijgen , dan zal het er met deze aardvruchtim niet goed uitzien .
De regenwaterputten geraken door die langdurige droogte dan ook uitgeput.
— Op kerkelijk gebied is het nog zoo watstatus quo . Gepasseerden Zondag leidde de heerpredikant van Simonshaven , in het daarvoor bestemde lokaal , de godsdienstoefening der Nederduitsch hervormden en aanstaanden Zondag zalde Heer Koch , predikant te Spijkenisse , de vacaturebeurt waarnemen .
 
860
Het welkom van de nieuwe Burgemeester van Zuidland (1896)
Het welkom van de nieuwe Burgemeester van Zuidland (1896)
In bange verwachting opende menig Zuidlandsch burger in den vroegen morgen van dézen dag zijn deur om een onderzoekenden blik op den hemel te slaan.
Weken, ja , maanden aaneen toch, had men weinig anders gehad dan regen en nog eens regen en vurig verlangde iedereen, dat deze dag toch eens een uitzondering zou maken. Wat moeite en zorg en kosten had men, eendrachtig als ooit, zich niet getroost om dezen dag tot een onvergetelijke te maken! En dat alles zou zonder effect zijn, indien vandaag het weer niet meeliep.
En? Nevelig ! Maar . . . windstil , en juist die windstilte liet hoop op het doorbreken van de zon , indien er een koeltje mocht komen I Hoe klopte het hart van hoop en verwachting bij het doen van die waarneming. En de hoop werd vervuld en de verwachting niet teleurgesteld. De uitgestoken vlaggen, die van oogenblik tot oogenblik menigvuldiger werden en eerst treurig en slap neerhingen, kwamen langzaam, langzaam aan in beweging . De doffe, grijze nevel werd allengs dunner, totdat tusschen achten en negenen de zon van tijd tot tijd gelegenheid vond door haar liefelijke stralen de handen, die aan het werk waren, om de versiering van ons dorp te voltooien, tot opgewekten arbeid te prikkelen en de door de straten dwalende jeugd een juichtoon te ontlokken .
Telkens kwamen nieuwe verrassingen bij al hetgeen de vroege morgen reeds te aanschouwen gaf.
Oogen kwam men te kort voor al wat was en kwam, letterlijk te veel om te noemen, waarom hier maar enkele grepen .
De smaakvolle uitwendige (om van de inwendige en dus onzichtbare te zwijgen) versiering van bewaar- en handwerkschool en raadhuis . De prachtige eerepoorten op den Dam en het Beneen. De eerebogen op verschillende plaatsen, de versiering van vele particuliere woningen. Onder de zeer vele en soms kostbare vlaggen, vooral die van de Wed . Luchtenburg, zonder weerga. De toebereidselen . . . . o neen , over volksspelen en illuminatie straks.
De hemel klaarde aldoor op, de rondwandelende menigte werd aldoor talrijker. Als om de paarden aan de wapperende vlaggen, aan het aangebrachte groen en bloemen, aan de volksmenigte te gewennen , draven ruiters heen en weer, en maken willens of onwillens tot schrik en schik van de wandelaars zoo nu en dan een capriole .
Daar vertoont zich een ruiter in schitterend zilverkleurig costuum en ontlokt door zijne verschijning allerwege een donderend hoera !
Om tien uur ongeveer verdwijnt de schooljeugd en gelukkig, daar andera onheilen zeker niet te vermijden waren geweest. Toch neemt de drukte aanhoudend toe, want langs alle toegangswegen stroomt per rijtuig en te voet de menigte van heinde en verre aan en de eenzaam dravende ruiters worden vervangen door groepen van vijf, zes en meer, waaronder er zijn zoowel in eenvoudige burgerkleeding als in die van den Tranvaalschen boer of in schitterende wapenrok en helm .
Indrukwekkend is eindelijk omstreeks half elf het uitrukken van een stoet van 116 ruiters, onder de schetterende tonen van „ De Repelaer, die vooraf ook reeds af en toe weerklonken hadden, naar de grens Zuidland — Abbenbroek om als eerewacht den nieuwen Burgemeester af te halen on namens de Burgerij te verwelkomen .
Als aanvoerders van die eerewacht fungeerden de leden der bij vergadering door het volk onlangs benoemde feestcommissie onder wier leiding en nauwlettende zorg ook de versieringen in het dorp en alle toebereidselen voor de feestelijkheden van dezen dag tot stand kwamen. De leden dier commissie zijn de HH . N. Wessels, S. de Hoog, T. Blaak, S. van der Meer, P. Lammerse Jrzn , A. van Putten en A . van Sintmaartensdijk Jzn.
De eenigszins drukkende stilte, die in de straten ontstond na het uitrukken van den troep was gelukkig niet van langen duur. Spoedig kwam er afleiding door het verschijnen van de straks zoo geheimzinnig verdwenen schooljeugd . De leerlingen der beide lagere scholen , verschenen onder geleide hunner onderwijzers op het tooneel en schaarden zich nevens een aantal vrouwelijke oud-leerlingen binnen de ijzeren omheining van de speelplaats der bewaarschool, in afwachting van de aankomst van den Burgemeester, wien ze een welkomstlied wenschten toe te zingen.
Wat konden ze nu dat groen en die bloemen goed van nabij bezien .
Eindelijk nadert de stoet en klinkt het tweestemmig gezang der schoolkinderen op de wijs van „ Freiheit die ich meine " :
Sloegen ruwe vlagen
Al , wat schoon is , neer ; Bieden veld en hagen
Ons geen bloemen meer . Ziet ze toch hier bloeien In het rijkst festoen ! Is 't niet , of ze groeien
In haar lentegroen ?
Tal van vlaggen zwieren
Overal in ' t rond , Bij het hoogtijd vieren
Op deez ' blijden stond . Ziet de rossen blinken
Van dien ruit'renstoet ; Hoort dien juich toon klinken
Uit een vol gemoed 1
Ziet , daar komt hij nader
Onder vreugdgeschal , Die een Burgervaarder
Voor ons wezen zal . Laat nu niets u hind'ren
Roept nu blij te moe Evenals wij , kinderen ,
Hem het welkom toe .
Waarna de school- en oud-leerlingen gezamenlijk den in Zijn voor hen stilstaand rijtuig zittenden en hen vriendelijk toeknikkenden Burgervader toezingen :
Welkom in ons midden
EdelAchtb're Heer I Hoor ons zingend bidden
Om uw heil en eer . Moge God u geven
Steeds de reinste vreugd , En door heel Uw leven
Dank van Zuidlands jeugd !
En gevoelvol , zacht en toch ieder woord duidelijk verstaanbaar , klonk het uit den mond der oud-leerlingen ( meisjes ) :
Ga ons, nimmer moede ,
In het eed'le voor ; Sluit niet 't oog voor 't goede.
Leen geen boozen 't oor. Wees een schrik der snooden
Maar der braven vriend. Hulp word ' hem geboden ,
Die Uw hulp verdient.
Deel in onze smarten;
Steun door woord en daad . Waar het moed'loos harte
Toevlucht vindt noch raad . Lijd zoo met ons mede ;
Juich met ons , waar ' t kan . Eendracht , liefde en vrede —
Wacht daar zegen van !
Eindelijk hieven allen te zamen aan :
Zóó zal Zuidland bloeien ;
Sterk zijn door Uw kracht ; Nieuwe hoop zal gloeien
Zelfs in donk'ren nacht . Daarom doen wij schallen
Lied'reu hoog en luid ; Daarom roepen wij allen
' t Driewerf welkom uit .
Was het wonder , dat bij het wegsterven der laatste woorden van dit couplet bleek, dat de gedachten der omstanders nog in beslag genomen werden door die van de twee voorgaande couplet - ten ? Zoo zelfs , dat geen keel , ook niet die der zangers , in staat was , den hierbij passenden „ welkomstgroet " of „ lang zal Hy leven " als anderszins
te uiten ?
Daar klonken de toonen der muziek weer en schrikten de inzichzelfgekeerden op, de paardenhoeven kletterden op de straatkeien, de wielen ratelden , voort ging de stoet, voort ging het , ' t dorp uit , den polder in , om na een poosje langs een anderen weg terug te keeren en den Burgervader naar de op het Raadhuis wachtende Raadsleden benevens eenige zijner familieleden, te ge - leiden.
Na den middag mocht de jongelingschap om eenige prijzen haar krachten beproeven in het mastklimmen of haar handigheid in het ringsteken. Gedurende die spelen spaarden de muzikanten hun instrumenten niet, terwijl van tijd tot tijd voer afwisseling werd gezorgd door het oplaten van eenige montgolfières, etc. ; meerendeels uitstekend geslaagd tot uitbundige pret van jong en oud.
Na afloop daarvan, tegen den avond, verspreidde de menigte zich pratende, zingende en springende door het dorp, en werden de lampions (volgens mededeeling van een der leden der feestcommissie een gift van den Weleerwaarden heer Boers, die ook als raadgever de feestcommissie ten zeerste aan zich heeft verplicht) opgehangen aan de ijzerdraad versperring, die gediend had tot wering van het publiek van het terrein der volksspelen. Toen het duister werd ( jammer genoeg was het lichte maan) werden allerwege de illuminatie ontstoken. Wat prachtig gezicht, die kleuren oranje, rood wit en blauw tusschen groen en bloemen aan poorten, bogen en gebouwen. „Hulde aan den Burgemeester," „Leve de Burgemeester," „ J.V," zag men op verscheidene plaatsen schitteren in verschillend gekleurd licht . Prachtig was de lampion-verlichting , maar overweldigend was de indruk , die de illuminatie vlak rondom den vijver op het bovengedeelte van het dorp op den toeschouwer maakte. Die weerkaatsing op den waterspiegel was waarlijk betooverend. Daarbij kwam nog het vuurwerk, dat uitstekend gelukkend, op hetzelfde terrein in een groot aantal zeer verschillende nummers werd vertoond .
Dit alles, gevoegd bij het schoonste en zachtste weer, dat men in maanden had gezien, was zeker oorzaak van de uiterst aangename stemming, die tot in den nacht onder burger en vreemdeling heerschte. Reden dus tot tevredenheid in alle opzichten . Alles heeft meegewerkt om dezen dag onvergetelijk te maken in den meest gunstigen zin.
Met nevel begon de dag , maar nevel, die allengs opklaarde tot helderen dag en gekroond werd door den schoonst denkbaren avond .
Mocht deze dag 't profetisch beeld zijn van het bestuurstijdperk van Zuidlands nieuwen Burgemeester !
Dat geve God !
 
861
Hiskia vd Schelling neemt hypotheek op woning aan de Kerkweg (1934)
Hiskia vd Schelling neemt hypotheek op woning aan de Kerkweg (1934)
Hiskia van der Schelling te Zuidland bekent aan Izaak Oosthoek Corstiaanszoon te Biert, gemeente Geervliet een schuld van F 1000,- tegen 5%. Hij verleent hypotheek op een woonhuis aan de Kerkweg te Zuidland, kad. B 1899.
Rol:
Genoemd
Aktenummer:
741
Aktedatum:
20/01/1934
Aard van de akte:
Schuldbrief
Naam notaris:
Adriaan Diederik van Bergeijk
 
862
Hoeve van boer Jan Saarloos aan de Droogendijk 183 geheel afgebrand (1888).
Hoeve van boer Jan Saarloos aan de Droogendijk 183 geheel afgebrand (1888).
14 Aug . Heden nacht , omstreeks elf uren , is de bouwhoeve , bewoond en toebehoorende aan den lanbouwer Jan Saarloos onder deze gemeente , totaal afgebrand .
Een aanzienlijke voorraad pas gewonnen hooi , eenige meubelen , kippen , een bok enz ; kwamen in de vlammen om .
Naar men verneemt , zijn huis en meubilair tegen brandschade verzekerd. Oorzaak onbekend .
De beide gemeentelijke brandspuiten waren met bekwamen spoed op de plaats des onheils.
Dank aan het flinke toezicht der maréchaussée en gemeentelijke politie , werd de goede orde uitstekend bewaard .
 
863
Hoffen, Benjamin van
Hoffen, Benjamin van
Registratie militair.

Bij gelegenheid van de opstand in Belgie bij het mobiele leger in 1831, 1832 en 1833.
 
864
Holsteinsche Karns te verkrijgen bij M. van Driel en S. de Hoog (1898)
Holsteinsche Karns te verkrijgen bij M. van Driel en S. de Hoog (1898)
 
865
Hond bijt twee schapen dood van landbouwer A.G. in de polder.
Hond bijt twee schapen dood van landbouwer A.G. in de polder.
18 Januari . Gepasseerden nacht trok het do aandacht van den landbouwer A , G ., wonende in den Polder alhier , dat een hond blafte in zijn schapenweiden ; hij spoedde er zich heen en bevond , dat een hond bezig was om zijne schapen te ver - moorden ; twee van deze dieren waren zóó erg aan kop on hals gebeten , dat hij ze dadelijk heeft moeten slachten , en hot derde , dat in oen sloot mot water gevlucht was , zal hot hard te verantwoorden hebben .
Een dubbele les is hieruit te trokken ; primo : dat do eigenaars van honden , deze ' s nachts niet onbe - heerd laten losloopen , en secundo : dat de houders van schapen , die dieren ' s nachts op stal halen .
 
866
Hoofd  1 (#35)
Hoofd 1 (#35)
Hoofd 1 (1960-heden)
Hoofd 35 (1846-1960)
Huisnummer 26 (1838-1846)
 
867
Hoofd  2 (#84)
Hoofd 2 (#84)
Hoofd 2 (1960-heden) Hotel
Hoofd 84 (1845-1960) Gemeentehuis
 
868
Hoofd  3-5 (#36)
Hoofd 3-5 (#36)
Hoofd 3 (1960-heden)
Hoofd 36 (1846-1960)
Huisnummer 27/28 (1838-1846)
 
869
Hoofd  4 (#83)
Hoofd 4 (#83)
Hoofd 4 (1960-1966) Gesloopt januari 1969
Hoofd 83 (1845-1960)
 
870
Hoofd  6 (#82)
Hoofd 6 (#82)
Hoofd 6 (1960-1966) Gesloopt januari 1969
Hoofd 82 (1845-1960)
 
871
Hoofd  7 (#37)
Hoofd 7 (#37)
Hoofd 7 (1960-heden)
Hoofd 37 (1845-1960)
 
872
Hoofd  8 (#81)
Hoofd 8 (#81)
Hoofd 8 (1960-1966) Gesloopt januari 1969
Hoofd 81 (1845-1960)
 
873
Hoofd  9 (#38)
Hoofd 9 (#38)
Hoofd 9 (1960-heden) Samengevoegd met 11
Hoofd 38 (1845-1960)
 
874
Hoofd (AKHO_1_1_A Voorkant)
Hoofd (AKHO_1_1_A Voorkant)
 
875
Hoofd (FKHO_1_1_A_voorkant)
Hoofd (FKHO_1_1_A_voorkant)
 
876
Hoofd (FKHO_1_1_B_achterkant)
Hoofd (FKHO_1_1_B_achterkant)
Verstuurd naar den heer Jan Brouwer (lange ring) Broodbakker Bruinisse.
Afzender: W E, Fop, Johan,
 
877
Hoofd (FKHO_2_1_A_voorkant).
Hoofd (FKHO_2_1_A_voorkant).
 
878
Hoofd 10 (#80A)
Hoofd 10 (#80A)
Hoofd 10 (1960-1966) Gesloopt januari 1969
Hoofd 80A (1845-1960)
 
879
Hoofd 11 (#38A)
Hoofd 11 (#38A)
Hoofd 11 (1960-heden) Samengevoegd met 9
Hoofd 38a (1845-1960)
 
880
Hoofd 12 (#80)
Hoofd 12 (#80)
Hoofd 12 (1960-1966) Gesloopt januari 1969
Hoofd 80 (1845-1960)
 
881
Hoofd 13  (#39)
Hoofd 13 (#39)
Hoofd 13 (1960-heden) Samen met 40 (oud)
Hoofd 39 (1845-1960)
 
882
Hoofd 13 (#40)
Hoofd 13 (#40)
Hoofd 13 (1960-heden) Samen met #39
Hoofd 40 (1845-1960)
 
883
Hoofd 14 (#79)
Hoofd 14 (#79)
Hoofd 14 (1960-1966) Gesloopt januari 1969
Hoofd 79 (1845-1960)
 
884
Hoofd 15 (#41)
Hoofd 15 (#41)
Hoofd 15 (1960-heden) Samengevoegd met 17
Hoofd 41 (1845-1960)
 
885
Hoofd 16 (#78)
Hoofd 16 (#78)
Hoofd 16 (1960-1966) Gesloopt januari 1969
Hoofd 78 (1845-1960)
 
886
Hoofd 17 (#42)
Hoofd 17 (#42)
Hoofd 17 (1960-heden) Samengevoegd met 15
Hoofd 42 (1845-1960)
 
887
Hoofd 18 (#67)
Hoofd 18 (#67)
Hoofd 18 (1960-1966) Gesloopt 18 februari 1966
Hoofd 67 (1845-1960)
 
888
Hoofd 19 (#44)
Hoofd 19 (#44)
Hoofd 19 (1960-heden)
Hoofd 44 (1845-1960)
 
889
Hoofd 20 (#76)
Hoofd 20 (#76)
Hoofd 20 (1960-1966) Gesloopt 18 februari 1966
Hoofd 76 (1845-1960)
 
890
Hoofd 21 (#45)
Hoofd 21 (#45)
Hoofd 21 (1960-heden)
Hoofd 45 (1845-1960)
 
891
Hoofd 22 (#72)
Hoofd 22 (#72)
Hoofd 22 (1960-1966) Gesloopt 18 februari 1966
Hoofd 72 (1845-1960)
 
892
Hoofd 23 (#46)
Hoofd 23 (#46)
Hoofd 23 (1960-heden) Samengevoegd met 21
Hoofd 46 (1845-1960)
 
893
Hoofd 24 (#71)
Hoofd 24 (#71)
Hoofd 24 (1960-1966) Gesloopt 18 februari 1966
Hoofd 71 (1845-1960)
 
894
Hoofd 25 (#47)
Hoofd 25 (#47)
Hoofd 25 (1960-heden)
Hoofd 47 (1845-1960)
 
895
Hoofd 26 (#69)
Hoofd 26 (#69)
Hoofd 26 (1960-1966) Gesloopt 18 februari 1966
Hoofd 69 (1845-1960)
 
896
Hoofd 27 (#51) (#52)
Hoofd 27 (#51) (#52)
Hoofd 27 Samen met 52 onder nummer 27.
Hoofd 51 (1845-1960)
 
897
Hoofd 28 (#68)
Hoofd 28 (#68)
Hoofd 28 (1960-1966) Gesloopt 18 februari 1966
Hoofd 68 (1845-1960)
 
898
Hoofd 29 (#55)
Hoofd 29 (#55)
Hoofd 29 (1960-heden)
Hoofd 55 (1845-1960)
 
899
Hoofd 30 (#67)
Hoofd 30 (#67)
Hoofd 30 (1960-1966) Gesloopt 18 februari 1966
Hoofd 67 (1845-1960)
 
900
Hoofd 31 (#55A)
Hoofd 31 (#55A)
Hoofd 31 (1960-heden)
Hoofd 55A (1845-1960)
 

    «Vorige «1 ... 14 15 16 17 18 19 20 21 22 ... 52» Volgende»