Jan Vlielander

Mannelijk 1870 - 1950  (79 jaar)


Persoonlijke informatie    |    Media    |    Alles    |    PDF

  • Naam Jan Vlielander 
    Geboren 5 dec 1870  Numansdorp Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Geslacht Mannelijk 
    Beroep Zuidland Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Rentmeester ambachtsheerlijkheid Cromstrijen, burgemeester van Zuidland en Oudenhoorn, lid provinciale staten van Zuid-Holland, Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw 
    Overleden 1950 
    Persoon-ID I19979  Zuidland Genealogie
    Laatst gewijzigd op 5 jan 2018 

    Vader Benjamin Vlielander,   geb. 28 aug 1828, Numansdorp Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie,   ovl. 2 feb 1901, Numansdorp Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie  (Leeftijd 72 jaar) 
    Moeder Annetje Hoogvliet,   geb. 20 dec 1829, Brielle Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Getrouwd 1 jun 1859  Brielle Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Gezins-ID F6916  Gezinsblad  |  Familiekaart

  • Krantenartikelen
    Aanstelling burgemeester Jan Vlielander (1896)
    Aanstelling burgemeester Jan Vlielander (1896)
    Installatie Burgemeester Vlielander (1896)
    Installatie Burgemeester Vlielander (1896)
    Den 22en dezer maand, zal de alhier benoemde burgemeester, de heer J. Vlielander, geïnstalleerd worden .
    De feestcommissie zorgt met activiteit dat den geachten titularis een waardige en gepaste ontvangst ten deel zal vallen .
    Een optocht van ruim honderd ruiters en volksspelen, opgeluisterd door de muziek-vereeniging „ De Repelaer " van Spijkenisse , bewyzen dat Zuidlandsch ingezetenen met sympathie den dag der inhuldiging te gemoet zien .
    — Daar , naar men verneemt , de benoemde Burgemeester niet wenschte , de beide betrekkingen van burgemeester en secretaris in een persoon vereenigd te houden, werd door den gemeenteraad met algemeene stemmen tot secretaris benoemd deheer J. Trouw, gedurende vele jaren werkzaam tersecretarie.
    Het welkom van de nieuwe Burgemeester van Zuidland (1896)
    Het welkom van de nieuwe Burgemeester van Zuidland (1896)
    In bange verwachting opende menig Zuidlandsch burger in den vroegen morgen van dézen dag zijn deur om een onderzoekenden blik op den hemel te slaan.
    Weken, ja , maanden aaneen toch, had men weinig anders gehad dan regen en nog eens regen en vurig verlangde iedereen, dat deze dag toch eens een uitzondering zou maken. Wat moeite en zorg en kosten had men, eendrachtig als ooit, zich niet getroost om dezen dag tot een onvergetelijke te maken! En dat alles zou zonder effect zijn, indien vandaag het weer niet meeliep.
    En? Nevelig ! Maar . . . windstil , en juist die windstilte liet hoop op het doorbreken van de zon , indien er een koeltje mocht komen I Hoe klopte het hart van hoop en verwachting bij het doen van die waarneming. En de hoop werd vervuld en de verwachting niet teleurgesteld. De uitgestoken vlaggen, die van oogenblik tot oogenblik menigvuldiger werden en eerst treurig en slap neerhingen, kwamen langzaam, langzaam aan in beweging . De doffe, grijze nevel werd allengs dunner, totdat tusschen achten en negenen de zon van tijd tot tijd gelegenheid vond door haar liefelijke stralen de handen, die aan het werk waren, om de versiering van ons dorp te voltooien, tot opgewekten arbeid te prikkelen en de door de straten dwalende jeugd een juichtoon te ontlokken .
    Telkens kwamen nieuwe verrassingen bij al hetgeen de vroege morgen reeds te aanschouwen gaf.
    Oogen kwam men te kort voor al wat was en kwam, letterlijk te veel om te noemen, waarom hier maar enkele grepen .
    De smaakvolle uitwendige (om van de inwendige en dus onzichtbare te zwijgen) versiering van bewaar- en handwerkschool en raadhuis . De prachtige eerepoorten op den Dam en het Beneen. De eerebogen op verschillende plaatsen, de versiering van vele particuliere woningen. Onder de zeer vele en soms kostbare vlaggen, vooral die van de Wed . Luchtenburg, zonder weerga. De toebereidselen . . . . o neen , over volksspelen en illuminatie straks.
    De hemel klaarde aldoor op, de rondwandelende menigte werd aldoor talrijker. Als om de paarden aan de wapperende vlaggen, aan het aangebrachte groen en bloemen, aan de volksmenigte te gewennen , draven ruiters heen en weer, en maken willens of onwillens tot schrik en schik van de wandelaars zoo nu en dan een capriole .
    Daar vertoont zich een ruiter in schitterend zilverkleurig costuum en ontlokt door zijne verschijning allerwege een donderend hoera !
    Om tien uur ongeveer verdwijnt de schooljeugd en gelukkig, daar andera onheilen zeker niet te vermijden waren geweest. Toch neemt de drukte aanhoudend toe, want langs alle toegangswegen stroomt per rijtuig en te voet de menigte van heinde en verre aan en de eenzaam dravende ruiters worden vervangen door groepen van vijf, zes en meer, waaronder er zijn zoowel in eenvoudige burgerkleeding als in die van den Tranvaalschen boer of in schitterende wapenrok en helm .
    Indrukwekkend is eindelijk omstreeks half elf het uitrukken van een stoet van 116 ruiters, onder de schetterende tonen van „ De Repelaer, die vooraf ook reeds af en toe weerklonken hadden, naar de grens Zuidland — Abbenbroek om als eerewacht den nieuwen Burgemeester af te halen on namens de Burgerij te verwelkomen .
    Als aanvoerders van die eerewacht fungeerden de leden der bij vergadering door het volk onlangs benoemde feestcommissie onder wier leiding en nauwlettende zorg ook de versieringen in het dorp en alle toebereidselen voor de feestelijkheden van dezen dag tot stand kwamen. De leden dier commissie zijn de HH . N. Wessels, S. de Hoog, T. Blaak, S. van der Meer, P. Lammerse Jrzn , A. van Putten en A . van Sintmaartensdijk Jzn.
    De eenigszins drukkende stilte, die in de straten ontstond na het uitrukken van den troep was gelukkig niet van langen duur. Spoedig kwam er afleiding door het verschijnen van de straks zoo geheimzinnig verdwenen schooljeugd . De leerlingen der beide lagere scholen , verschenen onder geleide hunner onderwijzers op het tooneel en schaarden zich nevens een aantal vrouwelijke oud-leerlingen binnen de ijzeren omheining van de speelplaats der bewaarschool, in afwachting van de aankomst van den Burgemeester, wien ze een welkomstlied wenschten toe te zingen.
    Wat konden ze nu dat groen en die bloemen goed van nabij bezien .
    Eindelijk nadert de stoet en klinkt het tweestemmig gezang der schoolkinderen op de wijs van „ Freiheit die ich meine " :
    Sloegen ruwe vlagen
    Al , wat schoon is , neer ; Bieden veld en hagen
    Ons geen bloemen meer . Ziet ze toch hier bloeien In het rijkst festoen ! Is 't niet , of ze groeien
    In haar lentegroen ?
    Tal van vlaggen zwieren
    Overal in ' t rond , Bij het hoogtijd vieren
    Op deez ' blijden stond . Ziet de rossen blinken
    Van dien ruit'renstoet ; Hoort dien juich toon klinken
    Uit een vol gemoed 1
    Ziet , daar komt hij nader
    Onder vreugdgeschal , Die een Burgervaarder
    Voor ons wezen zal . Laat nu niets u hind'ren
    Roept nu blij te moe Evenals wij , kinderen ,
    Hem het welkom toe .
    Waarna de school- en oud-leerlingen gezamenlijk den in Zijn voor hen stilstaand rijtuig zittenden en hen vriendelijk toeknikkenden Burgervader toezingen :
    Welkom in ons midden
    EdelAchtb're Heer I Hoor ons zingend bidden
    Om uw heil en eer . Moge God u geven
    Steeds de reinste vreugd , En door heel Uw leven
    Dank van Zuidlands jeugd !
    En gevoelvol , zacht en toch ieder woord duidelijk verstaanbaar , klonk het uit den mond der oud-leerlingen ( meisjes ) :
    Ga ons, nimmer moede ,
    In het eed'le voor ; Sluit niet 't oog voor 't goede.
    Leen geen boozen 't oor. Wees een schrik der snooden
    Maar der braven vriend. Hulp word ' hem geboden ,
    Die Uw hulp verdient.
    Deel in onze smarten;
    Steun door woord en daad . Waar het moed'loos harte
    Toevlucht vindt noch raad . Lijd zoo met ons mede ;
    Juich met ons , waar ' t kan . Eendracht , liefde en vrede —
    Wacht daar zegen van !
    Eindelijk hieven allen te zamen aan :
    Zóó zal Zuidland bloeien ;
    Sterk zijn door Uw kracht ; Nieuwe hoop zal gloeien
    Zelfs in donk'ren nacht . Daarom doen wij schallen
    Lied'reu hoog en luid ; Daarom roepen wij allen
    ' t Driewerf welkom uit .
    Was het wonder , dat bij het wegsterven der laatste woorden van dit couplet bleek, dat de gedachten der omstanders nog in beslag genomen werden door die van de twee voorgaande couplet - ten ? Zoo zelfs , dat geen keel , ook niet die der zangers , in staat was , den hierbij passenden „ welkomstgroet " of „ lang zal Hy leven " als anderszins
    te uiten ?
    Daar klonken de toonen der muziek weer en schrikten de inzichzelfgekeerden op, de paardenhoeven kletterden op de straatkeien, de wielen ratelden , voort ging de stoet, voort ging het , ' t dorp uit , den polder in , om na een poosje langs een anderen weg terug te keeren en den Burgervader naar de op het Raadhuis wachtende Raadsleden benevens eenige zijner familieleden, te ge - leiden.
    Na den middag mocht de jongelingschap om eenige prijzen haar krachten beproeven in het mastklimmen of haar handigheid in het ringsteken. Gedurende die spelen spaarden de muzikanten hun instrumenten niet, terwijl van tijd tot tijd voer afwisseling werd gezorgd door het oplaten van eenige montgolfières, etc. ; meerendeels uitstekend geslaagd tot uitbundige pret van jong en oud.
    Na afloop daarvan, tegen den avond, verspreidde de menigte zich pratende, zingende en springende door het dorp, en werden de lampions (volgens mededeeling van een der leden der feestcommissie een gift van den Weleerwaarden heer Boers, die ook als raadgever de feestcommissie ten zeerste aan zich heeft verplicht) opgehangen aan de ijzerdraad versperring, die gediend had tot wering van het publiek van het terrein der volksspelen. Toen het duister werd ( jammer genoeg was het lichte maan) werden allerwege de illuminatie ontstoken. Wat prachtig gezicht, die kleuren oranje, rood wit en blauw tusschen groen en bloemen aan poorten, bogen en gebouwen. „Hulde aan den Burgemeester," „Leve de Burgemeester," „ J.V," zag men op verscheidene plaatsen schitteren in verschillend gekleurd licht . Prachtig was de lampion-verlichting , maar overweldigend was de indruk , die de illuminatie vlak rondom den vijver op het bovengedeelte van het dorp op den toeschouwer maakte. Die weerkaatsing op den waterspiegel was waarlijk betooverend. Daarbij kwam nog het vuurwerk, dat uitstekend gelukkend, op hetzelfde terrein in een groot aantal zeer verschillende nummers werd vertoond .
    Dit alles, gevoegd bij het schoonste en zachtste weer, dat men in maanden had gezien, was zeker oorzaak van de uiterst aangename stemming, die tot in den nacht onder burger en vreemdeling heerschte. Reden dus tot tevredenheid in alle opzichten . Alles heeft meegewerkt om dezen dag onvergetelijk te maken in den meest gunstigen zin.
    Met nevel begon de dag , maar nevel, die allengs opklaarde tot helderen dag en gekroond werd door den schoonst denkbaren avond .
    Mocht deze dag 't profetisch beeld zijn van het bestuurstijdperk van Zuidlands nieuwen Burgemeester !
    Dat geve God !