Genealogische geschiedenis van het dorp Zuidland
Naam | Bernard Cornelis Koolhaas | |
Titel | Ds | |
Geboorte | 21 mei 1874 | Waardenburg |
Geslacht | Mannelijk | |
Beroep | 1911-1918 | Zuidland [1] |
Ds. Bernhard Cornelis Koolhaas werd geboren op 21 mei in Waardenburg, Gelderland, en gedoopt op 8 augustus 1874. Hij was de zoon van Gerard Jan Koolhaas en Jacoba de Leur en trouwde met Martha Maria Brevee op 3 april 1902 in Waardenburg. Martha Maria Brevee werd geboren op 1 april 1877 in Sluis, Zeeuws-Vlaanderen. Zij was de dochter van Isaac Brevee en Hermina Frederique Vogelezang. Hun kinderen zijn: Jacobus (geboren op 17 januari 1903 in Genderen en overleden op 10 februari 1974 in Soest), Isaäc (geboren op 17 maart 1905 in Genderen en overleden op 8 juni 1967 in Breda) en Gerarda Hermina (geboren op 7 mei 1906 in Utrecht en overleden op 20 december 1931 in Utrecht). Martha Maria Brevee overleed op 3 februari 1926 in Utrecht, 48 jaar oud. Ds. Koolhaas trouwde voor de tweede maal op 55-jarige leeftijd met Catrina Lijdia Weener op 7 november 1929 in Utrecht. Zij was de dochter van Wolter Weener en Catriena Lijdia de Lange. Uit dit huwelijk zijn geen kinderen geboren. 1) Catrina Lijdia werd geboren op 6 februari 1880 in Zuilen en overleed op 17 april 1971 in Maarn. In 1901 was Koolhaas kandidaat in zijn geboorteplaats Waardenburg. Hij nam het beroep aan dat op 13 april 1902 op hem werd uitgebracht uit Genderen, Noord-Brabant. Ds. Koolhaas kwam op 15 januari 1911 naar Zuidland en ging op 18 augustus 1918 naar Nijkerkerveen. Daar stond hij niet zo lang. Op 2 november 1919 ging hij alweer naar Utrecht, naar de wijken Ondiep en Elinckwijk. Op 1 juni 1939 ging hij om gezondheidsredenen met pensioen. In 1941 ging hij toch weer aan de slag als hulppredikant in de gemeente Maarsbergen, Utrecht. Overal waar hij predikant was, waren er lovende woorden over zijn organisatorisch talent. En overal waar hij kwam, stimuleerde hij mensen om wat aan te pakken en zelf, met zijn vrouw, gaf hij het goede voorbeeld. Zoals in Genderen, waar hij bij zijn afscheid werd geprezen om zijn inzet voor het evangelisatiewerk in Noord-Brabant en Limburg. Of zoals in ’s-Hertogenbosch en Tilburg, waar respectievelijk de gebouwen “Bethel” en “Immanuel” onder zijn bestuur werden opgericht. De jeugdclubs uit de Ring Heusden en Altenaar verloren in hem een onvermoeibare voorzitter en oprichter, en de drankbestrijding verloor in hem een krachtig medebestrijder. In Zuidland richtten hij en zijn vrouw onder meer het jeugdwerk op; het ging om vier jeugdclubs in vier leeftijdsklassen. Zelf gaven zij ook leiding aan die clubs. Voordat ds. Koolhaas in Zuidland kwam, was er nog geen sprake van jeugdclubs in Hervormd Zuidland. Wel waren er de zondagsschool en de catechisaties. Die catechisaties werden echter maar weinig bezocht door de jeugd. Een ander ‘wapenfeit’: ds. Koolhaas schonk de Jongemannenvereniging Eben Haëzer op 9 september 1916 zijn bibliotheek, die hij om (nog niet) bekende oorzaak niet meer kon aanhouden. Hij stelde de leden voor om de boeken voor 10 gulden over te nemen. Zij gingen daarmee akkoord en voegden de boeken bij hun al eerder opgerichte bibliotheek, die tot 1980 bleef bestaan. De predikant was heel gezien bij de leden van de jongensvereniging. Als hij na zijn vertrek in 1918 in de buurt een preekbeurt had, gingen ze er massaal, op de fiets, naartoe. Hij was een fervent tegenstander van alcoholmisbruik en zat ook in de redactie van het landelijk blad van de Jongelingsverenigingen “De Jongeman”. Toen op de avond van 22 juni 1918 een hevig onweer losbarstte, de bliksem insloeg in de torenspits en er een grote brand uitbrak die de kerk in de as zou leggen, was de predikant als een van de eersten in de kerk om de beide messing lessenaars en kandelaars van de preekstoel en de balustrade te halen, samen met de Statenbijbel uit 1730. Het leverde hem een verstuikte voet op. Hij had net daarvoor zijn afscheidsdienst gehouden in de kerk. Kort hierna ging hij naar Nijkerkerveen. Toen Koolhaas via zwaar beslijkte wegen zijn nieuwe gemeente Nijkerkerveen binnentrok, greep de bittere armoede van de veenarbeiders in hun lemen hutten hem naar de keel. Met de voortschrijdende industrialisering van Nederland was er in de veenkoloniën steeds minder werk en velen trokken wekelijks naar Holland om zich daar als loonwerker te verhuren. In 1919 lanceerde de predikant daarom het plan om een van de eerste sociale woningbouwprojecten van Nederland te verwezenlijken. Op de hoek van de Domstraat verrezen dertig kleine huisjes met moestuin. De enclave werd het Koolhaaspark genoemd, naar de dominee die zo begaan was met het lot van de inwoners van de veenkolonie. In de volksmond heten de huisjes, die de net opgerichte woningbouwvereniging “De Goede Woning” neerzette, al sinds jaar en dag “Het Rooie Dorp”. De veenarbeiders ervoeren hun woning als een paradijsje. Het project was/is een beetje vergelijkbaar met de woningen “Huis en Hof” in Zuidland. Ds. Koolhaas deed nog veel meer voor Nijkerkerveen. Zo richtte hij bijvoorbeeld het "Plaatselijk Belang" op, maar ook een bouwvereniging en de kiesvereniging van de CHU. Toch is de predikant maar een goed jaar in Nijkerkerveen geweest. Eind 1919 ging hij naar Utrecht. Daar maakte hij al snel van zijn wijkgemeente een parochie, van waaruit hij en de medewerkers van de gemeente hun werk beter konden doen dan vanuit een wijkgemeente met haar vele predikanten en een bestuursstructuur die van bovenaf naar beneden werkte. In zijn wijk (“Oranje Kerk”) gaven hij en zijn tweede vrouw Catrina Lijdia Weener weer leiding aan het jeugdwerk. Ook richtte hij daar een Fröbelschool op (kleuterschool). Koolhaas kreeg daarnaast een functie in het college van de Nederduits Hervormde gemeentescholen in Utrecht; van 1935 tot 1939 was hij daar preses van. Ds. Bernard Cornelis Koolhaas overleed op 28 april 1956 in Maarn, 81 jaar oud. Onderstaande beroepen werden uitgebracht: In juni 1918 ds. L.D. Poot uit Noordwijkerhout En in augustus 1918 ds. P. Peter uit Sirjansland, die het beroep aannam | ||
Persoon-ID | I22006 | Zuidland Genealogie |
Laatst gewijzigd op | 21 aug 2018 |
Gezin | Martha Maria Brevee, geb. 1 apr 1877, Sluis | |||||||
Woonadres | 10 jan 1911 - 17 aug 1918 | Zuidland | ||||||
Gekomen vanuit Genderen op 10 jan 1911. Gewoond aan de Ring 19. Vertrokken op 17 aug 1918 naar Nijkerk. | ||||||||
Kinderen |
|
|||||||
Gezins-ID | F7159 | Gezinsblad | Familiekaart | ||||||
Laatst gewijzigd op | 27 apr 2018 |
Documenten | Verhuiskaart Johanna Cornelia Laterveer (1918) |
Bronnen |
|
Historische Vereniging Zuytlant
Zuidland Ons Dorp (Teun Kweekel)
Molen De Arend
Oude foto's, verhalen en andere documentatie zijn onmisbaar in het behouden van het Zuidlands genealogisch erfgoed. Neem contact op en help ons het Zuidland van vroeger te reconstrueren en te behouden voor de toekomst.