Genealogische geschiedenis van het dorp Zuidland
Naam | Rudolphus van Uijterwijk | |
Titel | Ds. | |
Geslacht | Mannelijk | |
Beroep | 1596-1599 | Zuidland [1] |
Predikant te Zuidland. Rudolphus van Uiterwijck, ook wel als Vuijtterwijck of Uiterwijk geschreven, werd geboren in Overijssel en begon zijn turbulente loopbaan als predikant in 1588 in het plaatsje IJtens in Friesland. Hij vertrok daar in 1589, uit eigen beweging, naar Burgwert (Fr). Hij moest al in 1590 van de Synode terug naar IJtens, maar bleef daar slechts zeer korte tijd. Van Uiterwijck vertrok in 1592 naar Wons-Engwier (Fr) en werd daar in 1594 afgezet. Deze predikant ging hierna naar Cothen (tot maart 1596) en kwam vervolgens naar Zuidland (na 16 april 1596). Na 15 november 1599 ging hij weer terug naar Wons, waar hij 5 jaar eerder was afgezet. Op 28 juli 1602 was hij predikant in Koekanje (Drenthe). In hetzelfde jaar (november) vertrok hij alweer naar Staphorst (Overijssel). Daar bleef hij tot aan zijn emeritaat in 1617. Van Uiterwijck trouwde met Griet Gerritsdr., die in 1622 overleed. Zelf overleed hij in Staphorst, eveneens in 1622. De door ds. Uiterwijck meegebrachte aanbevelingsbrieven voor de Classis waren geschreven door enkele personen die van horen zeggen hadden hoe hij was. Hij werd door de Classis gehoord en eigenlijk niet zo goed bevonden, maar omdat hijzelf naar Zuidland was gekomen voor de vacante plaats en “om hem niet te bedroeven” omdat hij van ver was gekomen, werd besloten hem voor een jaar aan te stellen en daarna de gemeente te laten beslissen. De predikant beviel klaarblijkelijk goed, want hij werd aangesteld als predikant zonder de Classis eerst te raadplegen, wat de kerkenraad en de magistraten (gemeenteraad) van Zuidland (wederom) op een uitbrander kwam te staan van de Classis. Rudolphus van Uiterwijck werd in zijn Zuidlandse periode door Mr. Henr. Jansz. uit Rotterdam, beschuldigd dat hij bij enige duivelsbezweringen betrokken zou zijn geweest. Bij een beroep op hem vanuit Hekelingen kwam naar voren dat hij schulden had gemaakt in Zuidland. In de notulen van de Classisvergadering van 17 juni 1598 staat: “Is goetgevonden dat Reynier Donteclocke als visitator met Gooris Arentsze sal geen (gaan) in de plaetse van Suijtlant om te hooren ende te zien hoe het staet met de zaeke van Rodolphas Vuijterwijck aengande zijn schulden, ende te spreken met die van Suijtlant om te zien oft men een bequaem middel soude connen treffen om den goeden man vuyt die swaricheijt te helpen. Enz” Hekelingen trok het beroep in na het vernemen van de perikelen rond de predikant. Zuidland wilde van hem af en drong er bij de Classis op aan een regeling te treffen met de predikant en met zijn schuldenaren, zodat hij schuldenvrij kon vertrekken. De Classis stemde hiermee in. De predikant was bijvoorbeeld 110 gulden verschuldigd aan een weduwe in Vriesland (ongeveer een jaarinkomen in die tijd). In totaal had hij 351 gulden schuld. Hij kreeg op 15 november 1599 een beroep uit Wons. Men heeft hem nog 66 gulden uitbetaald over het laatste kwartaal. De predikant liet een zo grote schuld achter dat de gemeente zich enige tijd geen eigen predikant kon veroorloven. In het “Nieuwsblad van Friesland” van 27 januari 1941 staat het volgende over hem geschreven: De eerste predikant van de Hervormde Gemeente te Wons en Engwier was Rudolf Uiterwijk die hier stond in 1592. Reeds twee jaar later waren er moeilijkheden gerezen in de gemeente rondom de predikant, en wel zo dat hij werd genoodzaakt het ambt neer te leggen. Van 1595 tot 1599 was Gellius Schotanus predikant te Wons, maar toen deze in 1599 een beroep naar Goutum had aangenomen, kwam ds. Uiterwijk weer opdagen (uit Zuidland) en heeft hij volgens sommige schrijvers „eigendunkelijk de dienst zich hier aangematigd." Op de Synode van 1601 kwam zijn houding ter sprake en daar werd besloten dat men hem in Friesland niet meer tot het ambt zou toelaten. Om hem enige tijd te gunnen zodat hij naar een beroep buiten de provincie om kon zien of een andere betrekking te zoeken, werd hem het traktement dat hij bij Wons genoot gegarandeerd tot mei van dat jaar. Wat later tekende Uiterwijk een akte waarin hij beloofde vóór mei 1602 de provincie te zullen verlaten, geen dienst meer te zullen doen en ook de Classis geen moeilijkheden meer te bezorgen. Hij was echter nog niet zo haastig en in april 1602, nog in Friesland aanwezig zijnde, moest hij nogmaals schriftelijk beloven ten spoedigste te zullen vertrekken, wat hij dan ook gedaan heeft, want in juli 1602 is ds. Uiterwijk predikant in Koekanje en neemt in datzelfde jaar een beroep aan naar Staphorst. In 1617 werd hem emeritaat verleend. | ||
Persoon-ID | I23618 | Zuidland Genealogie |
Laatst gewijzigd op | 21 aug 2018 |
Bronnen |
|
Historische Vereniging Zuytlant
Zuidland Ons Dorp (Teun Kweekel)
Molen De Arend
Oude foto's, verhalen en andere documentatie zijn onmisbaar in het behouden van het Zuidlands genealogisch erfgoed. Neem contact op en help ons het Zuidland van vroeger te reconstrueren en te behouden voor de toekomst.