Gezin |
Willemina Straver, geb. 15 jun 1854, Emmikhoven ovl. 31 dec 1909, Jutphaas (Leeftijd 55 jaar) |
Huwelijk |
6 sep 1879 |
Aantekeningen |
- Nu ga ik de levenswandel van mijnovergrootvader beschrijven. In defamilie Leijenaar is zijn reputatie niet al te best. Ik schrijf op wat ik weet. Het is gebeurd in lang vervlogen tijden en elk verhaal heeft twee kanten, maar ik wil een poging wagen. Het oordeel is aan de lezer. Zijn naam schrijf ik voor de laatste keer volgens de Friese traditie met de toevoeging Ykes. Misschien heeft hij het nog gebruikt, maar daarna niemand meer. Het veldwachteren zat de familie blijkbaar in het bloed. Net als zijn vader Yke en twee ooms werd Age ook veldwachter. Hij werkte het inde omgeving van Gorkum. Daar heeft hij zijn toekomstige vrouw Willemina Straver ontmoet. Ze was de dochter van een scheepsbouwer.Ze raakte in verwachting maar haar ouders wilden niet dat ze met hem trouwde en stelden hun dochter voor als ongehuwde moeder thuis te blijven. Het kind, een dochter, is geboren op 18 april 1879 te Heukelum en werd vernoemd naar de moeder van Age: Sjoukje, roep-naam Sjouwke. Dat heeft Willemina waarschijnlijk gedaan om aan te geven wie de vader was. Pas op 6 september 1879 zijn ze toch getrouwd. Meteen daarna zijn ze naar Rotterdam vertrokken en laternaar het dorpje Zuidland opVoorne-Putten. Daar zijn vier kin-deren geboren, als laatste mijn opamet de naam Bastiaantje. Ik hebnooit anders geweten dat hijBastiaan Age heette (hijzelf waar-schijnlijk ook). Hij had een broertje, Bastiaantje Age, dat vlak voorzijn geboorte overleden is. Mischienheeft zijn moeder uit verdriet hemdie namen gegeven. Ik heb er geenandere verklaring voor. Op 26december 1889 wordt er een doch-ter in Gorkum geboren en is AgeLeijenaar van beroep veranderd: hijis beroepsmilitair. Hij had de func-tie van oppasser. Hij hield de ver-blijven van enkele officierenschoon, deed hun was en onder-hield hun wapens maar moest voor-al discreet zijn. De verhouding met zijn schoonfamilie moet verbeterdzijn omdat het gezin weer vlak in de buurt ging wonen.Gorkum ligt op een strategisch punt. De rivieren de Maas en de Waal komen hier samen en vormeneen grote rivier de Merwede die richting Rotterdam stroomt. Er wasdaar een groot fort de deel uitmaak-te van de Hollandse Waterlinie. Dat was een militaire verdedigings-linie die zich uitstrekt van de voor-malige Zuiderzee bij Muiden totaan de Biesbosch. De Linie lag alseen beschermende krans van forten rondom de steden van Holland..Het verdedigingswapen van deHollandse Waterlinie was hetwater. Dat was te danken aan een ingenieus waterhuishoudkundigsysteem van sluizen, inundatiekana-len en bestaande waterwegen en-keringen. Een klein laagje water,gemiddeld maar 40 cm diep, was algenoeg om het land verraderlijk enmoeilijk begaanbaar te maken voormensen, voertuigen of paarden,vooral in een tijd dat er nog geenvliegtuigen waren.Tegelijkertijd was het te ondiep omper boot te bevaren. Totaal kon deWaterlinie binnen een kleine drieweken onder water worden gezet.Dit noemt men innundatie. Opzwakke punten werd de natuurlijke verdedigingslinie aangevuld metonder meer forten, kazematten en(groeps)schuilplaatsen. Daarnaast bestond de Linie uit vijf vesting-steden Muiden, Weesp, Naarden,Jutphaas, Gorkum en Woudrichem.
Ik kan me nog herinneren dat mijn opa grapjes maakte over het zwemmen van mijn broer en ik in het ENKA-zwembad: ‘Ik werd gewoon van de brug in Gorkum afgeflikkerd, en heb zo zwemmen geleerd.’In Gorkum kreeg hij zijn roepnaam.Het werd van Bastiaan naar Besjaanen tenslotte Sjaan. In de familie washij bekend onder de naam ‘omeSjaan’.Van de broers en zusters van mijnopa heb ik er maar twee echtgekend: zijn broer Arie en zijn jong-ste zuster Geertje. Ze hadden het-zelfde beeld van hun vader: hij had het hoog in de bol en dacht dat hij als militair heel wat was. Vermoedelijk werd hij in het begin door zijn schoonouders financieel ondersteund, maar dat moet een keer zijn opgehouden en hij presteerde het zijn eigen zoon, mijn opa, Bastiaan te laten tekenen bij de Marine en streek zelf het handgeld op. Mijn opa diende op het wachtschip Willemsoord en in die tijd moet hij een meisje hebben ontmoet. De initialen van haar werden op zijn arm getatoueërd. Tot aan zijn dood heeft hij nooit willen zeggen wie dat was. Eind 1909 moet mijn opa bericht hebben gekregen dat zijn moeder ernstig ziek was. Hij kreeg geen toestemming haar te bezoeken en is gedeserteerd. Of hij op tijd gekomen is weet ik niet, maar op oudejaarsdag 1909 is ze aan de Hoogravenseweg te Jutfaas overleden. Normaal was hij afgezwaaid als matroos der eerste klasse, maar toen als matroos der derde klasse. Een paar jaar daarna is Age Leijenaar vermoedelijk gepensioneerd Toen zijn tweede vrouw in 1925 overleed heeft hij enkele jaren alleen gewoond en werkte hij als nachtportier. In die periode is hij een keer naar Ede gegaan met de mededeling dat hij besloten had bij zijn kinderen te gaan wonen. Mijn opa en zijn broer Cornelus hadden daar helemaal geen zin in. Op een dag kregen alle kinderen een dagvaarding van de rechtbank in de brievenbus. In die tijd was er nog geen AOW en hadden de kinderen een ‘onderhoudsplicht’. Mijn opa en zijn broer moesten naar de rechtbank in Arnhem. Daar werd hun inkomen vastgesteld. Mijn opa verdiende niet veel, maar toch moest hij een paar gulden per week afstaan aan zijn vader wat in die tijd een behoorlijke hap uit het huishoudboekje was. Mijn opa had een goed contact met zijn broers Gijsbert en Yke. Gijsbert was een grote en sterke man. In 1938 kwamen er berichten dat dat opa Leijenaar hard achteruit ging. De drie broers besloten hem te bezoeken. Ze belden aan. De voordeur was voorzien van een klein luikje. Betje Buizert, deed het luikje open en snauwde: ‘Leijenaar slaapt’, waarop Gijsbert haar bij de keel greep en haar dwong de deur open te doen. Opa Leijenaar was er slecht aan toe en begon te huilen toen hij zijn drie zoons zag. Hij heeft nog enkele uren met zijn zoons gesproken. Een paar dagen later is hij overleden. Een jaar later overleed Betje Buizert te Zeist. Waarom zij zo reageerde weet ik niet, wel dat zij een tragisch leven heeft gehad. Het leven van mijn overgrootvader Age Leijenaar wil ik hiermee besluiten. Nogmaals: ik heb opgeschreven wat ik weet en zoals elk mens moet hij ook zijn goede kanten hebben gekend. [1]
|
Kinderen |
| 1. Sjoukje Leijenaar, geb. 18 apr 1879, Heukelum ovl. 31 mrt 1950, Soekaboemi, Nederlandsch Indie (Leeftijd 70 jaar) |
| 2. Cornelis Antonie Leijenaar, geb. 24 mrt 1881, Rotterdam ovl. 20 jan 1942, Ede (Leeftijd 60 jaar) |
| 3. Jacomina Dingena Leijenaar, geb. 30 jan 1883, Zuidland ovl. 11 mrt 1958, Arnhem (Leeftijd 75 jaar) |
| 4. Nicolaas Bastiaan Arie Leijenaar, geb. 1 sep 1884, Zuidland |
| 5. Bastiaantje Age Leijenaar, geb. 20 sep 1885, Zuidland ovl. 7 aug 1886, Zuidland (Leeftijd 0 jaar) |
| 6. Dingena Lydia Leijenaar, geb. 26 dec 1889, Gorinchem ovl. 7 feb 1962, Utrecht (Leeftijd 72 jaar) |
+ | 7. Bastiaan Age Leijenaar, geb. 13 sep 1886, Zuidland ovl. 1 dec 1958, Bennekom (Leeftijd 72 jaar) |
| 8. Yke Leijenaar, geb. 21 mrt 1892, Gorinchem ovl. 9 aug 1935, Utrecht (Leeftijd 43 jaar) |
| 9. Gijsbertus Jan Leijenaar, geb. 28 aug 1894, Gorinchem ovl. 1952, Utrecht (Leeftijd 57 jaar) |
| 10. Age Leijenaar, geb. 26 aug 1896, Gorinchem ovl. 6 mrt 1972, Utrecht (Leeftijd 75 jaar) |
| 11. Geertje Leijenaar, geb. 26 mrt 1900, Gorinchem |
|
Gezins-ID |
F1015 |
Gezinsblad | Familiekaart |
Laatst gewijzigd op |
19 mei 2019 |