De kinderen van Levi en Betje hebben ieder op zijn/haar manier het Joodse gezicht van Zuidland bepaald. Vader Levi was op 4 augustus overleden. Volgens een aantekening in het archief van Zuidland blijkt dat hij in het plaatsje Well is verdronken. Daaruit is misschien te verklaren dat pas op 10 augustus 1817 aangifte werd gedaan door Daniel Samuel Mijers, oud 34 jaar van beroep looier en wonend te Vierlingsbeek, buurman van Levi en door de koopman Levi Leviticus, oud 21 jaar en wonend te Maashees. Vier jaar later geeft Mijers samen met Jacob Lion oud 47 jaar, koopman van beroep, te Vierlingsbeek het overlijden aan van Rebekka Pinnes, weduwe vna Levi Salomon. Maar de naam klopte niet, want zeven jaar later moet de akte worden herzien en de naam veranderd in Elizabeth Pinas. Die namen waren een bron van verwarring. In bijna iedere akte werd de achternaam van Betje anders geschreven, Pinas, Bennes, Pene etc. Howel bij vonnis der Rechtbank te Eindhoven op 28 augustus de naam Bennis werd gewijzigd in Pinas, bleef het een allegaartje en verwarrend.

Dochter Hester woonde met man en kinderen in Wateringen maar verhuisde met het gezin in 1841 naar Voorburg.
Dochter Magcheltje trouwde met Meijer van Zwarenstein en kregen 10 kinderen.
Zoon Salomon trouwde met Sara Beninger.
Dochters Betje en Saartje en zoons Pienas en Phillipus zijn verder uitgewerkt in hun eigen levensverhaal.