Pienas Levie

Mannelijk 1813 - 1891  (78 jaar)


 

Levensverhaal van Pienas Levie en Antje Cohen (eerste huwelijk) en Sophia Olman (tweede huwelijk).

Pienas Levie was volgens de overlevering een van de kleurrijkste figuren van de Joodse gemeenschap in Zuidland.

Ieder mens is uniek, maar Pienas Levie was wel heel bijzonder. Hij werd geboren op 11 februari 1812 in Venlo, hoewel omtrent datum en plaats geen zekerheid bestaat. Als knulletje van ongeveer negen jaar kwam hij, na het overlijden van zijn ouders, in huis bij oom Nathan Bennis. In 1830 moest hij bij de burgemeester komen, die gezien het uiterlijk van Pienas dacht dat hij wel in aanmerking kwam voor militaire dienst. Pienas zelf wist niet preceis hoe oud hij was en in zijn geboorteplaats Venlo stond hij in geen enkel register vermeld. Pienas moest toch voor bewijsstukken zorgen. Maar toen dat hem twee maanden later nog steeds niet wass gelukt, ging de burgemeester vermoeden dat Pienas niet in dienst wide. Waarom toch al die drukte? Nadat Pienas eindelijk gekeurd was, bleek hij veel te klein. Zijn signalement is bewaard gebleven en zo weten we dat hij 1 el, 4 palm, 9 duim en 6 strepen groot was. Hij had een hoog voorhoofd, ovaal gezicht, blauwe ogen en bruin haar. Zijn neus en mond waren normaal en op zijn linkerwang had hij een litteken.

Pienas was de meest kleurrijke figuur die in de jaren die volgden in Zuidland rondlep. Overal was hij of kwam hij toevallig net aanlopen. Zoals in 1838 toen hij gebruik maakte van de jaagpaden langs het Voornse kanaal. Dat mocht niet en het kon dan ook niet uitbijven dat juist op dat moment veldwachter Loos eraan kwam. Pienas kreeg een bekeuring, die door de burgemeester moest worden geind. De bekeuring stond echter op naam van Simon Levie, maar er woonde geen Simon Levie in Zuidland. Du sging de burgemeester op onderzoek uit. Hij kende zijn pappenheimers en wkam, hoe kan het ook anders, bij Pienas terecht, die zijn overtreding erkende en 5 gulden betaalde.
Op letterlijk alle lijsten kom je zijn naam tegen; behalve die van de bedeling. In vele gemeenteraadsnotulen werd zijn naam genoemd, meestal voor belastingzaken, hondenbelasting of patentrecht. 
in 1866 toen het gemeentebestuur besloot om bij diverse personen twaalf aandelen van 100 gulden te plaatsen voor de geldlening voor de algemene begraafplaats aan de Steeneweg (nu Raadhuisstraat), was een van de aandeelhouders natuurlijk Pienas Levie. 
Vanzelfsprekend zie je zijn naam ook op de keizerslijst en stond hij kandidaat voor de gemeenteraad. Op de lijsten die rondgingen bij geldinzamelingen, ontbrak nooit zijn handtekening.

Na hun huwelijk wonen Pienas Levie en Antje Cohen op Langeslop 110 waar in 1844 hun oudste zoon wordt geboren. In datzelfde jaar kocht hij op het Hoofd een huis en erf nummer 29 van Pietertje de Boer-Overgaauw en verhuisde daarheen. Achter zijn huis had hij een grote stal voor vee en paarden.
Zijn gezin groeide met zijn inkomen mee, wat betekende dat oook de belastinggaarder hem wist te vinden. Dan ging hij maar weer eens protesteren bij het gemeentebestuur. Zo ook op 6 april 1849 vanwegfe te hoge personele aanslag. Hij verzuchtte dat hij werkte voor oude schuld en ook nog een gezin met kinderen moest onderhouden. Maar gezien zijn tegenwoordige toestand en zijn uitgebreide handel en verdere affaires vonde de raadsleden het ondoelmatig zijn aanslag te verminderen. En toen kon PIenas weer naar huis.
Pienas was een druk baasje en altijd aktief. Jarenlang, in ieder geval tussen 1855 en 1872 regelde hij de gang van zaken binnen het kerkbestuur van Heenvlietse synagoge, samen met Jacob Wolf Soesman en Jacob van Gelderen. 
Omstreeks 1860 was hij hoofdleider over 16 man bij de plaatselijke brandweer. In de loop der jaren kocht en verkocht hij huizen, schuren, bouwland of weilanden. Zelfs een steedje aan de Ruigendijk, einde Dwarsweg en enkele huizen in Heenvliet.

Zijn beroep varieerde in iedere geboorteakte en beschrijving van hem: koopman, winkelier, vleeshouwer, slachter, paardenhandelaar, meelverkoper, veehouder en schapenhouder.
In 1867 kocht hij samen met Meijer de Vries, koopman in Rotterdam, van Arie, Jan, Kornelis, Geertrui en Roeland van Sintmaartensdijk, een boerderij aan de Droogendijk (Stroodorp) met bouwland, boomgaard, tuin en weiland en wat roeden die als dijk te boek staan. Het omvatte verdeeld over de polders Zuidland en Velgersdijk 4 bunders, 18 roeden en 10 ellen. Vanaf die tijd was Pienas bouwman, boer. Voor joden een uniek beroep, maar Pienas zou Pienas niet zijn, als niet juist hij dat beroep had.
Maar de drukke correspondentie van de burgemeester bewijst dat Pienas de pennen in beweging hield. In 1867 heerste er veepest in de provincie en er werd een grens vastgesteld waarbuiten geen handel mocht plaatsvinden. Daar zat Pienas niet mee, hij had zijn relaties. Het liep in de gaten dat hij wel drie dispensaties had om over de lijnen van afsluiting toch handel te kunnen drijven.
Burgemeester en justitie hadden hun bedenkingen, maar Pienas vertelde dat hij er eerlijk aangekomen was. Zijn neef Abraham van Vollenhoven, vleeshouwer in Den Haag, had ervoor gezorgd. Ze waren afgegeven door de Burgemeester van die gemeente en voor gezien getekend door den heer Commissaris des Konings in die provincie en voorzien van de nodige stempels. De burgemeester had geen grond voor verdenking van onreglementair gedrag.
Maar in de loop van een maand waren zo niet minder dan 28 runderen, 27 ossen en een schaap onder geleide van justitie naar Den Haag vervoerd. Bij informatie bleek dat Van Vollenhoven hooguit twee runderen per week slachtte, die hij bij aankomst uitzocht en de rest doorverkocht. Dus bleef de vraag hoe al die dispensaties tegelijk voor dezelfde ontvanger in handen van Levie konden zijn;'die lakoniek vertelde dat hij er nog wel vier had.

Vrouw Antje werd in het drukke gezin een aantal jaren geholpen door jannetje Bevaart, het protestantse dienstmeisje uit Abbenbroek. Na haar komen de nichtjes Vollenhoven en Santje van de Berg uit Tiel als (joodse dienstmeisjes). Na het overlijden van zijn eerste vrouw trouwde Pienas met de zuster van zijn overbuurman Eliazer Olman 
Had Eliazer voor huwelijksmakelaar gespeeld? In ieder geval mocht hij samen met Jan van Essen, Jacob Overgaauw en Philippus Wildenbos getuigen zijn bij het huwelijk in 1860. Ze woonden aan de Droogendijk 186. Omdat hij drie bunders in eigendom had was hij stemgerechtigd ingeland van de polder Velgersdijk en mocht drie stemmen uitbrengen. Eerst samen met Meijer de Vries, maar in 1873 verkocht Meijer zijn aandeel aan Pienas en werd de boerderij zijn ongedeeld eigendom. Het polderbestuur was het niet altijd eens met de manier waarop hij het boer zijn in praktijk bracht en liet hem dat regelmatig weten. In de notulen van het bestuur van de polder Zuidland komen we zijn naam al op 17 juli 1852 tegen. Op die dag werd e bode naar Pieans gsuurd, omdat tijdens de schouw was gebleken dat hij de sloten bij zijn land niet goed had schoongemaakt en in oktober mankeerde er van alles aan de polderwatering Ramshil. In 1854 as het de sloot aan de Ramshil en Dwarsweg en in 1855 werd op de vergadering gerapporteerd dat Pienas Levie aand e Dwarsweg niets in orde had gemaakt. In 1863 moest hij de vellen uit de sloot halen (drift vissen, zoals dat in de notulen wordt genoemd: alles wat drijft opvissen). Alle jaren daarna stond zijn naam vermeld:
Aan de Koeneweg nog drie dammen en aan de Dwarswg riool maken. Als hij het niet vlug genoeg deed, kwam de bode met de boodschap dat Levie zijn werk binnen acht dagen in orde moest hebben.
Pienas bezorgde het polderbestuur grijze haren. Na iedere schouw schudden ze het hoofd over Pienas Levie die niet naar behoren had gewerkt. Maar in 1872 werden de heren echt boos.
Eerst werd Pienas gevraagd de palen uit de scheidelf van de Dwarsweg te halen en aan de kant te zetten. Een paar maanden later ging iemand kijken en zag dat de palen er nog steeds inlagen. Wer ging de bode naar Pienas, die nu wel door had dat het nu niet langer kon en de palen uit de sloot haalde. Maar dat was niet voldoende, want zes weken later kreeg Pienas de opdracht de palen, die aan de kant lagen, op te ruimen. En of dat nog niet genoeg was, kreeg hij er ook nog de opdracht bij de sloten nu eindelijk eens goed schoon te maken. 
Zowel de polderbesturen van Zuidland als van Velgersddijk hadden steeds aanmerkingen op hem en Pienas zal ook wel eens hebben gemopperd als voor de zoveelste keer de bode op zijn stoep kreeg. Wat dat betreft verkeerde hij in gezelschap van alle boeren die de polder rijk was.

Op 1 mei 1876 is hij met vrouw en zes kinderen vanuit Zuidland vertrokken naar Brielle waar hij woonde in het Molenslop en de Noord-Molenstraat (nu Geuzenstraat) en evenals van Zuidland, Heenvliet en Oudenhoorn zie je ook in de kadastrale leggers van Brielle zijn eigendommen geregistreerd. 
In Brielle was hij weer gewoon koopman en huidenzouter, wat betekende dat hij de boer op ging om huiden te kopen, hij zoutte ze daarna in om bederf te voorkomen, waarna hij ze weer verhandelde.
Howel Pienas niet meer in Zuidland woonde, betekende dat niet dat hij ook uit iedres gezichtsveld verdween. Iedereen die de Nieuwe Brielsche Courant las, kon nog regelmatig zijn naam tegen komen. Als het niet in een advertentie was, dan wel bij een verslag over een brand in zijn schuur. Zijn zoons Meijer en Eliazer werden echte Briellenaars. Meijer kreeg er een slagerij in de Visstraat en Eli werd lid van de vereniging tot het voeren van debatten.

In 1881 trouwde zijn dochter Betje met haar neef Hartog Cohen en vertrok naar Breda. Daar werden zes kinderen geboren. Saartje werd de vrouw van Simon den Hartog en ging in Ridderkerk wonen. Hester zijn oudste dochter uit het tweede huwelijk zocht het wat dichter bij huis en trouwde met Benjamin Cohen. Een geluk dat maar vijf maanden duurde. Hester stierf en Benjamin is nooit hertrouwd, hij stierf ruim veertig jaar later.
Enkele jaren na het overlijden van zijn zoon Hartog is Pienas zelf overleden, 79 jaar oud. Aan een intensief leven kwam een einde; hij werd op de joodse begraafplaats in Geervliet begraven.

Eigenaar/BronRiet de Leeuw van Weenen-van der Hoek
Verbonden metAnna Samuel Cohen; Betje Pinas Levie; Hester Levie; Pienas Levie; Samuel Levie; Samuel Pinas Levie; Sophia Olman




Webmaster Message

Oude foto's, verhalen en andere documentatie zijn onmisbaar in het behouden van het Zuidlands genealogisch erfgoed. Neem contact op en help ons het Zuidland van vroeger te reconstrueren en te behouden voor de toekomst.